Als je iets samen wilt bepraten, kun je je beter aan de feedbackregels houden om communicatieruis (communicatiestoornissen) te voorkomen:
- Praat vanuit ik-termen, bv “Ik voel…” en “Het komt op mij over…” i.p.v. “Jij…”.
- Vel geen oordeel, maar beschrijf wat je ziet.
- Ga niet veralgemeniseren met ‘altijd’ of ‘nooit’, maar houd het specifiek.
- Uit je gevoelens i.p.v. dat je in de aanval overgaat.
- Weersta de verleiding om in de tegenaanval te gaan.
- Spreek de ander op zijn gedrag aan i.p.v. op zijn of haar persoon, bv met “Jij bent…”.
- Uit je werkelijke behoefte i.p.v. ‘waarom’-vragen te stellen.
- Zet klagen om in vragen.
- Blijf bij het specifieke onderwerp.
- Ga niet ‘gedachtenlezen’ maar vraag wat de ander denkt en voelt.
- Roep geen schuldgevoel bij de ander op.
- Betrek geen anderen erbij, bv “Mijn moeder vindt dat jij…!”
- Praat niet via derden.
- Zie je mening als een mening i.p.v. als een feit.
- Let op je non-verbale gedrag!
Luistervaardigheden helpen je om het gesprek soepel te laten verlopen:
- Zet je oordeel of je eigen zienswijze even aan de kant en probeer je in te leven in de ander.
- Vat de boodschap van de ander in eigen woorden samen.
- Controleer bij de ander of je samenvatting goed is.
- Moedig de ander aan om verder te praten.
- Laat de ander uitpraten.
- Wacht tot de ander klaar is en tot je zijn of haar verhaal hebt samengevat (inhoud + gevoel) en hebt gecheckt bij de ander voordat je reageert met jouw zienswijze.
- Let op je non-verbale gedrag!
Bron Praktijk META
Neem contact op voor een gratis kennismakingsgesprek met Praktijk META: Tel: 0499-851196 of stuur ons een email info@praktijkmeta.nl
Vond je dit een interessant artikel? Like onze Facebookpagina en ontvang automatisch nieuwe blogposts